Recht van hypotheek

De koop van een huis staat of valt meestal met de financiering ervan. Voor de financiering doet de koper vaak een beroep op een bank, een verzekeringsmaatschappij of een pensioenfonds.

Wie geld leent voor de aankoop van een huis, verleent hypotheek. Dat betekent dat het huis onderpand wordt om de financier de zekerheid te geven dat hij het door hem geleende geld weer terug krijgt.

De wet geeft hem het recht bij openbare verkoop van het huis zijn vordering (als de eigenaar in gebreke blijft met aflossing van de hypotheek) bij voorrang te verhalen op de opbrengst, dus voor de andere schuldeisers.

De geldlening die u afsluit heeft vaak een looptijd van dertig jaar. De rente die u moet betalen wordt vaak ook voor een bepaalde periode vastgelegd, bijvoorbeeld voor vijf of tien jaar. Het komt vaak voor dat mensen hun hypotheek willen oversluiten, bijvoorbeeld omdat zij ontevreden zijn met hun financier of hypotheekvorm, of omdat zij bij een andere financier een lagere rente moeten betalen.

Bij het oversluiten van de hypotheek wordt de oude hypotheek afgelost. De notaris zal aan de huidige financier een aflossingsnota opvragen, dat is een opgave van het bedrag dat deze financier van de cliënt wil terug ontvangen. Pas als dit bedrag bekend is, kan de nieuwe hypotheekakte worden getekend.

Helaas worden financiers steeds minder flexibel in het verstrekken van de aflossingsnota. Een termijn van één maand na het verzoek van de notaris is al heel gewoon bij een groot aantal financiers. Houdt u daar rekening mee. 

Het recht van hypotheek vervalt meestal nadat de lening geheel is afgelost. De notaris maakt dan de inschrijving in de openbare registers ongedaan. Dit gebeurt bij een notariële akte van vervallenverklaring (royement). De hypotheekhouder (de financier) moet hiervoor toestemming geven.

Scroll to Top